Mijn eerste wagen
Ergens in de maanden voordat ik 18 jaar werd, kreeg ik al een auto van mijn ouders: een Ford Escort, een beetje sportief model, tweedehands natuurlijk. De Escort had uitgebouwde wielkasten en mooie John Player Special-stickers op de deuren. Zelfs gekleurde vlammen op de zijkanten achteraan.
Het was een tof autootje. Mijn broer, die iets jonger was, studeerde automechanica, dus dat zat goed.
Het was toen de gewoonte om zo snel mogelijk na je achttiende verjaardag je rijbewijs te behalen.
Als ik me goed herinner kon het theoretisch rijexamen al vóór je 18de verjaardag worden afgelegd. Alleen de praktische proef was dan nog nodig om het rijbewijs te halen. In wezen nog hetzelfde systeem als vandaag, alleen veel goedkoper.
Mijn eerste ongeval
Wij woonden in een gehucht, 2 kilometer buiten het dorp. En ik had dus al een occasiewagen voordat ik wettelijk mocht rijden.
Leren schakelen heb ik van mijn vader (en jongere broer) geleerd. En natuurlijk reden we er al mee rond, onverzekerd. Er was ook niet veel verkeer, dus geen probleem.
Een kleine anekdote: op een bepaald moment was ik aan het rijden, en plotseling vloog de motorkap recht omhoog.
We hadden die niet goed vastgemaakt. Met de scharnieren van de moterkap is het nooit helemaal goed gekomen. Ik zal het nooit vergeten.
Waar ik eigenlijk naartoe wil, is het volgende.
Ik had toen een vriendinnetje dat aan de rand van het dorp woonde. Je kon daarheen rijden met de auto via rustige wegen, zonder dat je door het drukkere centrum hoefde.
Dus ja, ik maakte een ritje met haar en haar zussen in de regen.
Ik was jong, enthousiast, iets te snel, iets te bruusk… een beetje onbezonnen, het regende, en natuurlijk gleed ik tegen een boom.
Niets ernstigs, maar wel een flinke deuk in de wagen, links vooraan.
De auto reed weliswaar met een bult in de flank, maar dat was niet zo belangrijk.
Waar het vooral om gaat, is hoe de respectievelijke ouders reageerden: de ouders van mijn vriendinnetje en mijn ouders.
Reacties
Hun ouders kwamen eerst, want die boom stond vlak bij hun huis.
De eerste reactie was: “En wie gaat dat weer betalen?” Dat leefde daar erg: geld.
En toen kwam ik thuis.
Ik vertelde wat er gebeurd was.
Mijn vader glimlachte eens, en de eerste reactie van mijn moeder was: “Alles is toch oké? Niemand gewond of zo?”
Wat daarna kwam, of ik een uitbrander kreeg of niet. Dat herinner ik me niet meer.
Wat ik me wél duidelijk herinner, is het verschil tussen de eerste reactie van de ouders van mijn vriendinnetje en die van mijn ouders.
Dit is zo één van vele gebeurtenissen die me goed is bijgebleven.
Geld is belangrijk, maar niet het belangrijkste.