Over stijgleidingen, stilvallende renovatie en een gebouw dat op zijn grenzen botst
In Residentie Karel Van Dyck weet iedereen intussen dat de stijgleidingen verouderd zijn. Die dunne koperen buisjes, aangelegd in de jaren zestig, lopen via kokers omhoog en omlaag en zorgen voor warm en koud water in elk appartement. Ze zijn even oud als het gebouw zelf. En ze beginnen te lekken. Soms in de kelder. Soms boven een gang. Soms boven een praktijkruimte, waar de schade pas dagen later opgemerkt wordt.
Er is dus een probleem.
Maar is het een reden voor paniek? Voor een grootschalige, dure vervanging? Daarover verschillen de meningen. Volgens de dominante stem in de raad – Wouter – is het een urgent probleem. Op elke vergadering komt het terug. Het lijkt wel alsof er elke week een lek is. Maar wie naar de feiten kijkt, ziet iets anders: gemiddeld één lek om de twee maanden, aan gemiddeld 300 euro per interventie. Geen klein bier, maar ook geen ramp.
“Ik heb alle facturen opgevraagd. 13 interventies tussen 01 01 2021 en 31 12 2024. Gemiddeld één lek elke 2 maanden. De totale kost ligt op 200 euro per maand. Dat staat in schril contrast met de raming van 150.000 euro voor een volledige vervanging.”
En toch blijft het onderwerp dominant op de agenda. Altijd weer de stijgleidingen. Terwijl mogelijke alternatieven – zoals lekdetectiesystemen niet besproken worden. Ideeën verdwijnen in stilte. Initiatieven krijgen geen opvolging.
Waarom?
Omdat de stijgleidingen als rookgordijn worden ingezet. Als bliksemafleider. Als strategisch obstakel om andere, grotere projecten in de schaduw te zetten. Want hoe dringender het stijgleidingendossier lijkt, hoe minder ruimte er is voor de échte werven: de renovatie van het gebouw en de vernieuwing van de basisakte.
Neem de terrassen. Elk appartement aan de achterzijde heeft er een. En veel van die terrassen veroorzaken al jarenlang waterinsijpeling. Vloeren zwellen op, plafonds verkleuren, schimmels groeien. Het probleem is structureel, want de terrassen maken deel uit van het betonskelet. En dus zijn ze gemeenschappelijk. Wettelijk. Iedereen draagt bij volgens zijn aandeel.
Maar daar wordt tegen gevochten. Door een groepje eigenaars dat vindt dat zij niet moeten betalen voor het terras van een ander. En dat groepje wordt – hoe voorspelbaar – geleid door Wouter.
Dit werd zelfs als agendapunt op een AV ter stemming gebracht, maar gelukkig afgevoerd.
En de herstelling? Die wordt alweer opgeschoven.
Dan is er de basisakte. Die is zo oud als het gebouw en voldoet niet meer aan de moderne wetgeving. Meerdere eigenaars willen ze laten actualiseren – inclusief een juridisch correcte omschrijving van gemeenschappelijke delen zoals de terrassen. Er is contact geweest met een notaris, overleg met een jurist. Maar ook hier: stagnatie. Amendementen worden toegevoegd. Nieuwe eisen geformuleerd. En dan: stilte.
“Sinds Wouter uitleg kreeg van de notaris samen met een gespecialiseerde jurist, waarom de terrassen niet privatief kunnen worden, is elk initiatief rond de basisakte stilgevallen.”
De akte, die net voor duidelijkheid moet zorgen, wordt nu het instrument van verwarring. En ook hier is het weer Wouter die alle communicatie beheert, alle overleg stuurt, en zelf beslist wat er wordt opgevolgd.
Zelfs degene die het meeste voorbereid heeft in het renovatieteam, wordt op de vingers getikt als er iets misloopt.
Zelfs als hij geen inhoudelijke rol heeft, schuift Werner mee aan elke tafel. Elk renovatie-initiatief, elke vergadering, elke werkgroep – hij is erbij. En hij porbeert steeds te sturen, zelfs zonder gevraagd te zijn. Hij stelt agenda’s op, neemt het woord zonder mandaat.
Het patroon is duidelijk: Eerst overnemen, Dan domineren, En vervolgens stilleggen.
De stijgleidingen lekken. De terrassen vergaan. De akte is verouderd. Maar het grootste probleem? Dat zit niet in het beton. Het zit in de manier waarop beslissingen genomen – of net niet genomen – worden. Zolang elke beslissing moet passeren langs dezelfde persoon, zal er niets fundamenteel veranderen.
Zolang rookgordijnen de zichtlijnen bepalen, blijft het hele gebouw in ademnood.