De Overname van mijn Computerzaak
Jaren geleden runde ik een computerzaak die uiteindelijk werd overgenomen door een grotere firma. De overeenkomst was dat mijn zaak de computerpoot zou worden van dit grotere bedrijf, waar ik als werknemer zou blijven werken. De overname-overeenkomst was gedetailleerd en zelfs gunstiger dan ik had verwacht.
De deal was in grote lijnen als volgt: ze namen alle voorraad over en betaalden hiervoor, plus een percentage van de winst van die afdeling gedurende de volgende drie jaar. Zelfs als het slecht zou lopen, was er een minimum bedrag vastgelegd. Het leek een goede regeling.
We gingen van start en ik ontving het geld voor de voorraad. Binnen de firma kreeg ik zelfs de opdracht om aan het softwarepakket te werken. Als werknemers hadden wij ook het voordeel dat we producten tegen inkoopprijs kon aankopen, wat goed uitkwam omdat ik op dat moment bezig was met mijne nieuwe zaak in short stay accommodaties en allerlei toestellen nodig had: koffiezetapparaten, wasmachines, ijskastjes, strijkijzers en meer.
Mijn Achtergrond in Software
Al sinds de tijd van de Osborne-computer had ik ervaring met software en databases. Destijds werkte ik met een dBase-oplossing waarin je databases kon programmeren met een toegankelijke taal. Door mijn studieverleden met Cobol, Fortran en zelfs machinetaal was dBase een leuk pakket om mee te werken.
Later, in mijn computerzaak, schakelden we over op gekochte PMS-software die aankopen, verkopen, facturatie en boekhouding integreerde. De backbone van die software was FoxPro. Ik herkende de databasestructuren en taal die achter de frontend zaten, en met een aparte tool was het mogelijk om in die tabellen te kijken. Ik had me zelfs handleidingen van FoxPro aangeschaft om me hier terug in te verdiepen.
Binnen mijn bedrijf was ik de persoon die de back-office en de interne software het best kende. Ik was goed beslagen in FoxPro en kende de ins en outs van dat pakket zeer goed. De overnemer van mijn computerzaak werkte met dezelfde software.
Het Incident met de Wasmachine
Op een bepaald moment nam ik een wasmachine mee. Natuurlijk moest er voor alles wat werd meegenomen de nodige leverbons worden gemaakt. De software was uitstekend en registreerde alle aankopen, verkopen, en bewegingen. Alles werd gelogd, zodat zelfs maanden later kon worden nagekeken wanneer een artikel was verplaatst of wanneer iets was verdwenen. Er waren zelfs camera’s, dus alles was volledig gecontroleerd.
Met mijn kennis van de software zou het voor mij niet moeilijk zijn geweest om te frauderen als ik dat had gewild, maar dat deed ik natuurlijk niet. Integendeel, ik werkte daar in vertrouwen en hield me aan de afspraken.
Toen ik de wasmachine meenam – een product dat niet tot mijn afdeling behoorde – ging ik ervan uit dat de nodige documenten door iemand anders zouden worden opgemaakt. De wasmachine werd netjes in de wagen geladen met hulp van andere medewerkers, en alles leek in orde.
De Confrontatie en Rechtszaak
Enkele weken later werd ik echter op kantoor geroepen en geconfronteerd met het feit dat ik een wasmachine had gestolen, omdat er geen bon opgemaakt. Het vertrouwen was geschonden en er werd gevraagd een bekentenis van schuld te tekenen. Ik weigerde dit te doen, want dan zou mijn hele betalingsregeling komen te vervallen.
De situatie was bizar; iedereen was verbaasd, ikzelf het meest van al. Uiteindelijk is er een rechtszaak van gekomen. Tijdens de rechtszaak werd ik in een slecht daglicht gesteld en verloor de zaak. We gingen in beroep, maar ik verloor opnieuw.
De kern van de zaak was duidelijk: als ik had willen frauderen, had ik dat met mijn kennis zeer eenvoudig kunnen doen. Achteraf bleek dat mijn zaak de laatste zaak was van mijn advocaat die ermee stopte. Ook is het zo dat advocaten meestal pleiten zonder aanwezigheid van hun clienten. Ik was er telkens bij en mijn advocaat heeft er niks van gebakken
Ik werd afgeschilderd als een fraudeur, maar in werkelijkheid was er gewoon een document vergeten.
Een simpele leugen om iemand in een slecht daglicht te stellen, verdedigd met het argument van de ingewikkeldheid van de software, bleek een onmogelijke zaak om tegen te vechten.
