Als tiener was ik een gewone jongen, opgegroeid in Herenthout, een klein dorp in de Kempen (België). Zoals je kan verwachten klikte het met sommigen beter dan met anderen, vaak wijk- of straatgebonden. In Herenthout zag je duidelijk dat jongeren uit bijvoorbeeld de Jodenstraat, den Uilenberg of van Zelle samenklikten. Ikzelf was van de Bergen, maar hoorde niet echt bij de mensen van de Bergen, want die waren gekend als ruige gasten. Zij woonden trouwens iets verderop. “De Bergen” verwees naar het gehucht “Bergen”; echte bergen waren er niet.
Zo was het ook in de Chiro, de jeugdbeweging waar ik lid van was. Daar had je ook duidelijk groepjes waartussen het beter klikte. Niet dat er vijandigheid was, maar je merkte wel dat bijvoorbeeld de mensen van de Jodenstraat meestal voor elkaar kozen.
Voor bepaalde spelactiviteiten waren er ploegen nodig. Het vormen van die ploegen volgde meestal een vast stramien:
De leiders van onze Chiro-leeftijdsgroep stelden enkele personen aan, bijvoorbeeld persoon A, B en C, en zij mochten dan om beurt iemand uit de resterende groep kiezen om drie teams te vormen. Persoon A mocht eerst iemand kiezen, waarna persoon B iemand koos, vervolgens persoon C, waarna persoon A opnieuw aan de beurt kwam, en zo verder. Dit ging door totdat de groepen gevormd waren. Natuurlijk koos men meestal voor de sterkste of snelste spelers, of gewoon voor eigen vrienden.
Een specifiek voorbeeld uit die tijd ben ik nooit vergeten: ik was één van die personen die mochten kiezen. Hoewel ik niet direct hechte vrienden had in de Jodenstraat, had ik toch het idee opgevat om telkens iemand uit die straat te kiezen wanneer het mijn beurt was. Zo koos ik eerst iemand uit de Jodenstraat, en bij een volgende beurt opnieuw iemand uit de Jodenstraat. Zo ging het verder totdat onze groep hoofdzakelijk bestond uit mensen uit dezelfde straat, de Jodenstraat.
Omdat wij perfect met elkaar konden samenwerken en de onderlinge verstandhouding zo goed was, wonnen we uiteindelijk met vlag en wimpel de meeste activiteiten. Niet omdat we per se de beste spelers hadden, maar omdat we perfect als één team samenwerkten en omdat het gewoon 100% klikte.
Dit heeft zo’n indruk op mij gemaakt, dat ik er nu, vijftig jaar later, nog regelmatig aan terugdenk.
Het illustreert precies hoe het vormen van een echt team meer inhoudt dan alleen het verzamelen van sterke spelers.
Een bekend voorbeeld hiervan zagen we later nog eens duidelijk terug bij de halve finale van het WK 2014 tussen Brazilië en Duitsland. Ondanks hun sterrenteam en hoge verwachtingen verloor Brazilië met een ongelooflijke 7-1. Brazilië, dat speelde zonder sterspeler Neymar en aanvoerder Thiago Silva, had moeite om als een samenhangend geheel te functioneren. Duitsland daarentegen domineerde het veld met goed geolied teamwerk en een sterke strategie. Deze wedstrijd liet zien dat zelfs de grootste individuele talenten niet altijd opwegen tegen de kracht van een hecht team, waarin iedereen op elkaar is ingespeeld en samen werkt aan één strategie.
Dit alles bevestigt mijn ervaring uit mijn Chiro-tijd: sterke spelers samen vormen niet noodzakelijk de beste ploeg. Een écht team maakt het verschil.