Staf Vervoort, die naam is buiten de familie niet zo bekend.
Alhoewel, als je als zevende zoon, tussen je broers, in een beddenbak ligt, waar je soms de sneeuw van je deken schudt, dan wordt koning Leopold 3 je peter, en krijg je als tweede naam Leopold. Dan ben je gekend in de hoogste kringen.
Verder heb je niet te veel op het voorplan gestaan, geen held of wat dan ook. Maar als kleine pagadder de paarden in het bos verstopt voor de Duitsers, dan heb je toch al een streepje verdiend.
Studies zijn aan je voorbij gegaan. Naar de school stappen in den oorlog was niet zo evident. Je mocht zelfs naar een hogere klas omdat de banken te klein werden.
Nadien, direct gaan werken, zo was dat toen. Op het Engels kamp, waar ze je vroegen om chauffeur te zijn voor één of andere hoge pief, maar de weg totaal niet kende zodat die maar zelf achter het stuur is gekropen.
Of bij de VeHa, die keer dat je met een heftruck de nieuwe poort met de muur eruit reed. Alhoewel, toen we naar het Sinterklaasfeest gingen op den DAF en ik niet apart wilde zitten, maar jij me op je schoot hield. Dan ben je toch werknemer van het jaar zekers.
Nen rebel was je niet. Maar als we soms op zondagmorgen naar de konijnenmarkt in Herentals reden was het de bedoeling dat we nadien naar de mis gingen. Dat werd dan wel eens een uitstapje naar de toeristentoren.
Als we dan al eens naar de mis gingen was dat in de kerk aan het paterszaaltje, die duurde maar half zo lang.
Sporten, dat was niks voor onze pa. Behalve eens in het zwembad van tante Lora, toen het je een perfecte schoolslag zien door in de juiste timing jezelf een zetje te geven met je voet op de bodem.
Jaja pa, met mijne duikbril had ik perfect zicht op dat kunstje.
En je hobby was windmolens maken, meters hoog, ze kwamen er zelfs foto’s van nemen. De fietsen onderhield je steeds perfect, net zoals alles werd bijgehouden en ingenieus gemaakt met wat voorhanden was. Met als bron de Jerka en de Hin, twee legerstocks waar je je onderdelen wel vond met o.a. die periscoop, een echte soldatenhelm en legertent die je voor ons meebracht.
Toen ik en mijn broers begonnen met bouwen en verbouwen stond je er altijd, zelfs meer dan wijzelf. Je deed dat altijd zonder morren of kritiek te geven. Nooit hebben we je horen vloeken of au horen zeggen als je je eens bezeerde of wanneer dan ook. “Het is niks”, zei je dan en deed verder.
Soms met wat raad, niet van hoe het wel moest, gewoon met een beetje boerenverstand.
Als ik een vuurtje aan het metselen was en het te juist wilde doen, “ach dat wordt nog bezet”.
Als ik aan het bezetten was en het te juist wilde doen, “ach dat wordt nog behangen”.
Als ik aan het behangen was en het te juist wilde doen, “ach daar komt toch een kast voor te staan”.
Net als dat ene zinnetje wat je altijd zei als er iets niet goed lukte, “laat het liggen en doe morgen verder”.
Dat klinkt heel gewoontjes, maar daar zijn al veel boeken over geschreven.
Vervoort Gustaaf Leopold, va, pa, papa, je hebt jezelf nooit op het voorplan gezet, ons alle vrijheid gegeven, alles wat je deed was om ons vooruit te helpen.
Iedereen die je kende heeft alleen mooie, aangename herinneringen aan je.
Zo gewoon je was, zo groots was je ook.
En nu zou je zeggen: “Het is goed zo, doe maar verder waar je mee bezig bent…”
Eddy
Zachtjes, heel zachtjes ben je van ons weggegleden, stilletjes, heel stilletjes heb je jouw strijd gestreden.
Dag na dag heb je van ons afscheid genomen. Meer en meer leefde je in vreemde dromen.
Nu zijn die dromen voorbij, wees niet bedroefd, je bent nu vrij.
Staf Vervoort weduwnaar van mevrouw Mathil Verstrepen (†2010)
*19 – 6 – 1934 †24 – 11 – 2021