* * * * * * * * * * 

** Winst maken en toch failliet gaan **

Management | 0 comments

Onderstaande is vereiste basiskennis voor iedereen die een zaak heeft of wil starten

De berekening van de cashflow is de basis van een goede waardering van een bedrijf en een sleutelelement om een lening toe te kennen. Het is immers de cashflow die bepaalt of een onderneming goed draait en of er gelden over zijn om dividenden uit te keren of om leningen terug te betalen. Wilt u zelf de vrije kasstroom kunnen berekenen van uw onderneming? Lees dan zeker verder.

Een benadering van de cashflow kan al worden bepaald via de volgende formule:

Cashflow =
bedrijfsresultaat na belastingen + afschrijvingen – kapitaalaflossing leningen

Een veel voorkomende vraag is: waarom gebruikt men bij de waardebepaling van een bedrijf of de beoordeling van een kredietaanvraag niet gewoon de winst of het verlies van het boekjaar in plaats van de vrije kasstroom?

  • Winst of verlies kunnen sterk vertekend zijn door ‘boekhoudkundige’ winst of door verliesposten die geen invloed hebben op de cashflow. Boekhouders spreken van niet-kaskosten en niet-kasopbrengsten, het meest voorkomend voorbeeld zijn afschrijvingen.
  • Winst of verlies nemen geen kapitaalaflossingen van leningen mee in de optelsom. Boekhoudkundig is dit louter een balanstransactie. Uw liquide middelen en de schuld heffen elkaar op. De betaalde intresten komen weliswaar in de resultatenrekening als een kost, hier wordt dus wel al rekening mee gehouden.
  • Winst of verlies kunnen soms vertekend zijn door eenmalige kosten of opbrengsten. Voor een betrouwbare kredietbeoordeling of bedrijfswaardering moeten ze er dus uitgefilterd worden. De verkoop van een bedrijfspand is voor de meeste ondernemers typisch zo een uitzonderlijke opbrengst.

Cashflow =
bedrijfsresultaat na belastingen + afschrijvingen – kapitaalaflossing leningen – uitzonderlijke opbrengsten + uitzonderlijke kosten – overige niet-kasopbrengsten + overige niet-kaskosten

  • Bedrijfsresultaat na belastingen = de winst of het verlies nadat de vennootschapsbelasting is betaald.
  • Afschrijvingen = totaal van de afschrijvingen op jaarbasis.
  • Kapitaalaflossing = totaal van de kapitaalaflossingen van bestaande leningen op jaarbasis. Dit vindt u op de activazijde van de balans.
  • Uitzonderlijke opbrengsten= dit zijn opbrengsten die niet regelmatig terugkeren (zoals de verkoop van een gebouw of een wagen).
  • Uitzonderlijke kosten = dit zijn de kosten die niet regelmatig terugkeren, het omgekeerde dus van uitzonderlijke opbrengsten.
  • Overige niet-kaskosten = waardeverminderingen (bijvoorbeeld een kost die werd aangerekend op de voorraden of een gebouw zonder het goed te verkopen), voorzieningen die aangelegd werden om toekomstige kosten te dekken, stijging werkkapitaal.
  • Overige niet-kasopbrengsten = herwaarderingsmeerwaarden (het omgekeerde van waardevermindering), voorzieningen die aangewend werden, daling werkkapitaal.